Osteopathie bij kinderen

Uiteraard worden kinderen op een andere manier benaderd dan volwassenen. De osteopathische principes van onderzoek en behandeling blijven echter dezelfde. Iedere kinderbehandeling is een uitdaging in de creatieve zin, omdat het kind bepaalt hoe het zich laat behandelen. Elk kind vergt een unieke benadering.

Door de zachte mobilisatie en manipulatietechnieken zijn bijwerkingen zeldzaam en wordt de behandeling door het kind als aangenaam ervaren. De osteopaat beweegt de verschillende structuren van het hoofd , nek , rug , buik en gewrichten , en helpt het kind om terug in balans te komen. Door aanwezige blokkades in het lichaam op te heffen , worden de prikkels vanuit het lichaam beter gedoseerd , waardoor een kind zich beter ontwikkeld. Bij het opgroeiende kind kan een osteopathische behandeling het kind ondersteunen in zijn gehele functioneren.

Voorbeelden van indicaties waar verbeteringen kunnen in gebracht worden :

  • ADHD en ADD
  • Snel kwaad worden; woedeaanvallen
  • Hyperactiviteit / Onrustig zijn
  • Leer- en/of gedragsstoornissen
  • Op school en/of thuis niet lekker in z’n vel zitten
  • Dyslexie, dyscalculie, dysartrie
  • Scoliose en rugklachten
  • Slaapproblematiek
  • Verminderde weerstand / snel vermoeid zijn
  • Longklachten
  • Recidiverende keel-, neus- , oorproblematiek
  • Problematiek met oogmotoriek
  • Orthodontie ondersteunend, gebit- , kaak- , of aangezichtsproblemen
  • Slik- of zuigproblemen
  • Problemen met de stoelgang
  • Bedplassen
  • Problemen met zindelijk worden
  • Hoofdpijn
  • Buikklachten
  • Motorische achterstand / trage ontwikkeling van grove en fijne motoriek
  • Asymmetrisch bewegen van armen en benen
  • Evenwichtsproblemen
  • Sociaal-emotionele problemen

Volgende

Motoriek

Osteopathie bij kinderen

Motoriek

Kinderen die op een houterige manier bewegen, op hun tenen lopen, vaak vallen, zich veel stoten, evenwichtsproblemen hebben of moeite hebben met de fijne motoriek, vertonen een disbalans in het zenuwstelsel. De oorzaak hiervan ligt meestal in de schedel of bij de nekwervels.

Spraakproblemen

Osteopathie bij kinderen

Spraakproblemen

Bij spraakproblemen is de tongmotoriek zeer belangrijk. De hersenzenuw die hiervoor belangrijk is loopt door het achterhoofdsbeen , bij de plaats waar ook de eerste nekwervel een gewricht vormt met het achterhoofdsbeen. Een eventuele verminderde beweeglijkheid van de eerste wervel ten opzichte van de schedel kan een oorzaak zijn dat het kind de woorden niet goed kan vormen als gevolg van een gestoorde tongmotoriek. Behandeling van dit gebied eventueel samen met begeleiding van een logopedist , kan een goede verbetering geven van een spraakprobleem.

Volgende

Buikklachten

Osteopathie bij kinderen

Buikklachten

Bij buikklachten is een goede functionaliteit , en een ermee gepaard gaande mobiliteit en aansturing , van de organen van groot belang. Obstipatie bij jonge kinderen is bijvoorbeeld goed te behandelen indien rug , schedel en organen precies geëvalueerd en genormaliseerd worden.

Volgende

Hoofdpijn

Osteopathie bij kinderen

Hoofdpijn

Bij hoofdpijn wordt onder andere gekeken naar de mobiliteit van de nek , de schedel en/of het heiligbeen. Een verminderde oogcoördinatie of een niet optimale opname van vitamines en mineralen behoren echter ook tot de mogelijke oorzaken.

Volgende

Orthodontie

Osteopathie bij kinderen

Orthodontie

Wat kan osteopathie betekenen voor de behandeling van occlusiestoornissen (over-beet, open-beet) bij kinderen? Het gaat duidelijk meer dan alleen maar om “foutieve beet”. We zijn sterk geïnteresseerd in de primaire oorzaak van bepaalde dentoalveolaire (uitgaande van het gebit) en skelettale afwijkingen.

Een goed opgeleid osteopaat is in staat de verschillende klassen van occlusiestoornissen te diagnosticeren. Hij kan de oorzaken van de afwijkingen inschatten en een behandelstrategie opstellen om de onderliggende factoren te corrigeren. Op deze manier wordt gepoogd de normale stomatognatische functie terug te brengen, waardoor een normale/optimale ontwikkeling van de mondruimte kan plaatsvinden. (structuur – functie)

Het behandelen van de oorzaken van malocclusies is eveneens ontegensprekelijk noodzakelijk voor het behoud van kaakgewrichtsorthopedische en orthodontische correcties.
Voor veel kinderen is orthodontie een agressieve therapie omdat de oorzakelijke factoren vooraf niet worden behandeld.

Bij de vroegdiagnose, preventie en behandeling van dysgnathieën, bestaat het algemene doel van de osteopathische behandeling erin de onderliggende dyskinesieën of schedelbasisproblemen te normaliseren, en zodoende terug een evenwicht te verkrijgen in het orofasciale musculaire gebied .

Dyskinesieën zijn foutieve “gewoontes /habit”, door een onwillekeurig reflexpatroon veroorzaakt. Enkele voorbeelden hiervan zijn het visceraal (kinderlijk) slikken, mondademhaling, tongdrukken, lispelen, lippenpersen en -zuigen, wangzuigen en -bijten, mentalishabit, duim- en vingerzuigen, nagelbijten, bruxisme, head-on-body onbalans, posturologische decompensatie, onbalans tussen de tong-, wang- en lippenmusculatuur.

De groeicentra in de schedelbasis zijn erg belangrijk voor de ontwikkeling van het gezicht en de kaak. Via craniale osteopathische technieken kunnen we deze structuren positief beïnvloeden.

Een malocclusie kan posturale stoornissen in de wervelzuil veroorzaken, die onder andere structurele veranderingen in de wervelzuil en spanningshoofdpijn kunnen veroorzaken. Er bestaat een belangrijke relatie en interactie tussen lichaamshouding en het stomatognatisch systeem.

Het ideale moment om te starten met de osteopathische behandeling is als de 6 jaar molaar zich vertoont. Dan ontstaat er een echte occlusie en is er een evenwicht in het systeem. Op deze leeftijd kan je het kind ook reeds tot iets motiveren. Tot de puberteit bestaan er goede mogelijkheden.

Let wel, de osteopathie kan niet gezien worden als orthodontie, wel als een “pre-orthodontische therapie” die soms tot verbluffende resultaten kan leiden.

Volgende

Concentratiestoornissen

Osteopathie bij kinderen

Concentratiestoornissen

Jonge kinderen met concentratiestoornissen / leer – of gedragsmoeilijkheden zijn meestal niet in balans. Dit kan reeds bestaan vanaf de geboorte. Als baby hebben zij meestal gedurende een bepaalde periode veel gehuild. Ook kan het zijn dat ze een bepaalde fase hebben overgeslagen in hun motorische ontwikkeling. Meestal is dit de kruipfase en hebben zij dit eenzijdig gedaan of op de billen geschoven. Dit kan gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel. Niet iedere leer- of gedragstoornis ontstaat echter in deze periode. Eventuele blokkades kunnen leerprocessen vertragen , anders laten verlopen , of soms onmogelijk maken.

Volgende